Powerpoint is de rollator van de presentator
Je geeft een presentatie en je zet de structuur van je verhaal alvast in een Powerpoint. Waar kijken je mensen dan naar: naar jou of naar de Powerpoint?Verder lezen
Al meer dan 20 jaar -wat zeg ik: 25 jaar- zie ik mensen presentaties geven. Sommige zijn briljant, andere ‘aardig’ en bij anderen trekt het kippenvel naar binnen toe weg.
Wat maakt iemand een briljant spreker? Eentje die zich écht in het geheugen van zijn (of haar) toehoorders wurmt? Diepe indruk maakt en echt tot actie aanzet?
Er zijn tientallen lessen, maar ik heb geen eigen boek. Dus hier mijn persoonlijke top 5.
Veel mensen hebben spreekangst omdat ze denken dat mensen zich richten op jou als persoon. Ben ik wel goed genoeg? Kom ik wel goed over? Heb ik wel genoeg kennis en kan ik het lekker brengen?
Dat is niet de juiste insteek, leerde ik van Chris Anderson, de oprichter van TED. Zijn idee is even simpel als briljant: laat je idee het werk doen. Mensen komen niet naar jou luisteren, maar zijn benieuwd naar je ideeën. Dus richt je daarop.
Verzamel je allermooiste ideeën. Die waarvan je denkt: ‘dat is toch geweldig, dit zou iedereen moeten weten’. En neem je voor: ik ga die schenken aan mijn publiek. Ik trakteer op geweldige ideeën. En dat ik toevallig de persoon ben die ze brengt, dat is niet relevant. Laat je ideeën shinen en jij straalt met ze mee.
De nummer 1 fout van sub-effectieve sprekers: ze hebben te veel te melden. Ze durven niet te kiezen, of ze willen superslim overkomen (allebei even fout trouwens). Dus knallen ze hun presentatie zo vol met kennis, dat jij als toehoorder een foie-gras-eend momentje hebt. Niet nog meer! Ik ben al vetgemest.
Met als resultaat: heel veel over de bühne gegooid, niets is blijven hangen.
Een goede spreker heeft heel weinig te melden. Maar doet dat wel met veel precisie en aandacht. Liever 3 dingen die mensen nooit meer vergeten dan 453 inzichten die je publiek totaal overvoeren.
“In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister.” (Johann Wolfgang von Goethe)
Presenteren is theater maken. Ook als je een slimme professor bent. Je publiek is cognitief misschien wel slim, maar je moet je ideeën laten plakken. Je moet ze ‘sticky’ maken.
Hoe doen geweldige sprekers dat? Ze vinden een mix van:
In sprekersland is er een grijze muizenplaag. Allemaal experts die iets weten over: agile, lean, scrum, empowered leadership with purpose. Of het ‘Rendement van Geluk’ (die eerste verzin ik, die tweede helaas niet).
Er zijn nog zoveel terreinen waar géén concurrentie is. Kies één terrein en word er wereldklasse in. Fuck generalisten. Leve de superspecialisten. Hoe onderscheid je jezelf qua titel en thema? Drie tips:
Het is een grote (nee: een hele grote) misvatting dat sprekers die lekker uit hun woorden komen, gewoon vlot gebekt zijn. Zeker, het helpt. Maar om een doortimmerd verhaal écht soepel over te brengen heb je één ding nodig: heel veel tijd. Tientallen, honderden keren oefenen. Zodat je verhaal in je spiergeheugen zit. En je er niet meer bij na hoeft te denken.
Ik heb Remco’s presentaties al tientallen keren gezien, en ik kan bijna elke zin afmaken. Toch heb je als luisteraar het idee dat hij het ter plekke -op magistrale wijze- bedenkt. Dat is dus een kwestie van enorm veel vlieguren.
Eén van de weinige Nederlanders die ooit op de grote TED conferentie mocht spreken, is Rutger Bregman. Die zei dat je een verhaal pas écht in de vingers hebt als je het ook op dubbele snelheid kunt vertellen. Lukt dat nog niet? Nóg een keer oefenen!
Succes met je komende presentatie. Zorg dat hij bijzonder wordt. Je kunt dat. Go get them!